Planten zijn net als mensen; ze hebben een favoriete plek nodig om te gedijen. Het kiezen van de juiste plek voor je planten is cruciaal, vooral als je ze binnen wilt overwinteren. Planten zoals de citroengeranium overwinteren en dipladenia, die niet winterhard zijn, moeten naar binnen worden gebracht voordat de eerste vorst toeslaat. Kies een lichte plek weg van directe tocht en koude ramen. Idealiter zou deze plek veel indirect licht moeten ontvangen, omdat direct zonlicht in de winter vaak te intens kan zijn en schade kan veroorzaken.
Het is ook belangrijk om rekening te houden met de temperatuur. De meeste tropische planten, zoals dipladenia overwinteren, gedijen goed bij temperaturen tussen 15 en 20 graden Celsius.Een te koude omgeving kan leiden tot stress en het afsterven van de plant. Zorg er dus voor dat je planten niet in de buurt staan van koude tocht of ongeïsoleerde ramen.
Naast licht en temperatuur speelt ook vochtigheid een rol bij het kiezen van de juiste plek. Planten zoals de citroengeranium houden van een beetje luchtvochtigheid, maar te veel vocht kan leiden tot schimmel- en rottingsproblemen. Een lichte, goed geventileerde ruimte is ideaal om schimmelgroei te voorkomen. Door deze factoren in overweging te nemen, kun je ervoor zorgen dat je planten een veilige en comfortabele plek hebben om de winter door te komen.
Geef minder water
Een van de grootste fouten die mensen maken bij het overwinteren van planten is overbewatering. In de wintermaanden hebben planten minder water nodig dan in de groeiperiode. Dit komt omdat hun groeisnelheid afneemt en ze minder vocht verdampen. Het aanpassen van de watergift aan de temperatuur is hierbij essentieel. Laat de bovenste laag van de grond uitdrogen voordat je opnieuw water geeft. Dit helpt om wortelrot te voorkomen, wat vaak voorkomt bij overbewatering.
Bij het overwinteren van citroengeraniums en dipladenia moet je extra voorzichtig zijn met water geven. Te veel water kan leiden tot bruine vlekken op bladeren, een teken dat de wortels aan het rotten zijn. Geef alleen water als de grond droog aanvoelt tot ongeveer 2-3 centimeter diep. Gebruik bij voorkeur regenwater of gefilterd water om ophoping van mineralen te voorkomen, wat ook kan bijdragen aan bruine vlekken op bladeren.
Daarnaast is het verstandig om water te geven in de ochtend zodat het overtollige water gedurende de dag kan verdampen. Dit vermindert het risico op schimmelproblemen die kunnen optreden als de grond te lang nat blijft. Door deze watergeefstrategie te volgen, kun je ervoor zorgen dat je planten gezond blijven tijdens de wintermaanden.
Pas de watergift aan de temperatuur aan
De temperatuur heeft een grote invloed op hoeveel water een plant nodig heeft. Bij lagere temperaturen verdampt het water langzamer, waardoor de grond langer vochtig blijft. Dit betekent dat je minder vaak hoeft te wateren dan tijdens warmere maanden. Het monitoren van zowel de temperatuur als de vochtigheidsgraad van de grond is cruciaal om overbewatering te voorkomen.
Bij temperaturen onder 15 graden Celsius vertraagt het metabolisme van planten aanzienlijk, wat betekent dat ze nog minder water nodig hebben. In dit soort omstandigheden is het voldoende om eens in de twee tot drie weken water te geven, afhankelijk van hoe snel de grond uitdroogt. Gebruik een vochtigheidsmeter of steek simpelweg je vinger in de grond om te controleren of deze droog aanvoelt voordat je opnieuw water geeft.
Bovendien is het belangrijk om rekening te houden met plotselinge temperatuurschommelingen die kunnen optreden tijdens koude winterdagen en verwarmde nachten binnenshuis. Deze schommelingen kunnen ook invloed hebben op hoe snel het water verdampt uit de grond, dus pas je watergeefroutine hierop aan om je planten gezond te houden.
Let op de luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid binnenshuis kan in de winter drastisch dalen door het gebruik van verwarming. Dit lage vochtigheidsniveau kan schadelijk zijn voor tropische planten zoals dipladenia, die gewend zijn aan een vochtig klimaat. Een droge omgeving kan ervoor zorgen dat bladeren uitdrogen en bruine vlekken vertonen, wat een teken is van stress.
Om dit probleem te voorkomen, kun je een luchtbevochtiger gebruiken om de luchtvochtigheid in huis op peil te houden. Idealiter zou dit tussen 40% en 60% moeten liggen. Een andere methode is om een schaal met water in de buurt van je planten te plaatsen of regelmatig mistwater op hun bladeren te spuiten. Dit verhoogt direct rondom de plant bruine vlekken de luchtvochtigheid zonder dat je hele huis vochtig wordt.
Bovendien helpt het groeperen van planten samen ook bij het verhogen van de luchtvochtigheid omdat ze samen meer vocht afgeven dan wanneer ze geïsoleerd staan. Let er echter wel op dat er voldoende luchtcirculatie blijft om schimmelproblemen te voorkomen. Door aandacht te besteden aan deze factoren kun je voorkomen dat je planten bruine vlekken krijgen door lage luchtvochtigheid.
Houd je planten warm
Veel kamerplanten kunnen niet tegen kou en moeten tijdens de wintermaanden extra beschermd worden tegen lage temperaturen. Planten zoals citroengeraniums en dipladenia zijn bijzonder gevoelig voor kou en moeten daarom op een warme plek worden gehouden waar ze geen last hebben van tocht of koude luchtstromen.
Een goede manier om ervoor te zorgen dat je planten warm blijven, is door ze weg te houden van koude ramen en deuren die vaak open en dicht gaan. Plaats ze in plaats daarvan in een ruimte waar een constante temperatuur wordt gehandhaafd, idealiter tussen 15 en 20 graden Celsius. Gebruik indien nodig een kleine ventilator om warme lucht gelijkmatig door de kamer te laten circuleren.
Bovendien kun je isolatiemateriaal gebruiken zoals noppenfolie of speciale isolatiehoezen voor plantenpotten om ervoor te zorgen dat hun wortels warm blijven. Dit is vooral handig als je geen keuze hebt dan ze dicht bij koudere plekken zoals ramen te plaatsen. Door deze eenvoudige maatregelen kun je ervoor zorgen dat je planten warm blijven en gezond blijven tijdens de koude wintermaanden.
Controleer op ongedierte
Ongedierte zoals spintmijten en bladluizen kunnen zich snel verspreiden wanneer planten naar binnen worden gebracht voor overwintering. Deze plagen gedijen goed in warme, droge omstandigheden die vaak binnenshuis voorkomen tijdens de wintermaanden. Regelmatige inspectie van je planten is daarom essentieel om problemen vroegtijdig op te sporen en aan te pakken.
Zorg ervoor dat je wekelijks inspecteert op tekenen van ongedierte zoals kleine gaatjes in bladeren, webben (bij spintmijten), of kleverige resten (bij bladluizen). Als je ongedierte ontdekt, handel dan snel door aangetaste bladeren af te knippen en natuurlijke bestrijdingsmiddelen zoals neemolie of insectendodende zeep toe te passen.
Bovendien helpt een goede luchtcirculatie bij het verminderen van ongedierteproblemen doordat het voor hen moeilijker wordt zich voort te planten in een goed geventileerde omgeving. Door regelmatig controle uit te voeren en eventuele problemen snel aan te pakken, kun je voorkomen dat ongedierte je planten beschadigt tijdens hun overwintering binnenshuis.